Eglomisé Floris Jespers
Floris Jespers (België, 1889 - 1965)
Kleine églomisé (achterglasschildering) van een zwanenhoofd, gesigneerd.
Aluminium frame.
Een kleine maar fijne achterglasschildering van één van onze bekendste avant-garde artiesten.
Achterglasschildering is een uiterst broze schildertechniek waarbij direct op glas wordt geschilderd. Als het schilderij gereed is, wordt het geheel omgekeerd zodat men door het glas naar de afbeelding kijkt. De techniek heeft als voordeel dat de achtergrond als laatste kan worden geschilderd.
Tijdens het interbellum wordt Floris Jespers gerekend tot de tenoren van de modernistische schilderkunst in België. Tijdens en kort na de Eerste Wereldoorlog behoort hij, samen met zijn broer, de beeldhouwer Oscar Jespers en de dadaïst Paul Joostens, tot de kring rond de dichter-criticus Paul Van Ostaijen, die de invloed van het Europese fauvisme, expressionisme, kubisme en futurisme ondergaat. In de jaren twintig sluit hij zich aan bij de in Brussel opererende groepen Sélection en Centaure. Door critici in binnen- en buitenland wordt hij in één adem genoemd met Permeke, De Smet en Van den Berghe als toonaangevende ‘Vlaamse expressionisten’. Zijn ‘post-expressionistisch’ werk is uiterst gevarieerd door zijn meesterschap in verschillende media. Naast de olieschilderijen ontstaan talrijke tekeningen, etsen en schilderijen (achter glas) waarin landelijke thema’s afwisselen met circustaferelen. In de jaren dertig maakt Jespers een ommezwaai naar een traditiegebonden schilderkunst en schildert Vlaamse en Waalse landschappen, stillevens en portretten. Kort na de Tweede Wereldoorlog vindt Jespers opnieuw aansluiting bij het internationale modernisme, om zich vervolgens in de jaren vijftig te herbronnen met Congolese thema's, een nieuw hoogtepunt.
Bron: Letterenhuis Antwerpen
Breedte | 14,5 cm |
---|---|
Hoogte | 30 cm |